Deel II van een drieluik over Roze in Wit (www.rozeinwit.nl)

In deel I vertelde Karin Pool over de oprichting van Stichting Roze in Wit, een lhbti+ vriendelijk platform voor de zorgsector, dat een inclusieve omgang met diversiteit uitdraagt en faciliteert. In dit deel o.a. de opzienbarende activiteiten van Roze in Wit op het gebied van onderwijs en bijscholing aan artsen (in spe), een nieuwe bestuurlijke opzet en wat dit werk voor Karin persoonlijk betekent.

Komen we goed over het voetlicht?
De artsenfederatie KNMG organiseert districtsgewijs bijscholingen voor artsen (i.o.). De federatie heeft diversiteit en veiligheid hoog in het vaandel. Door de warme contacten met René Heman, voorzitter van de KNMG, krijgt Roze in Wit de gelegenheid specifieke bijscholing op te zetten.

De eerste keer is in Amsterdam, de tweede in Friesland. Karin en haar collega’s vinden het spannend: komen we goed over het voetlicht en kunnen we ook echt aansluiting vinden? In Friesland vertellen een transman en een transvrouw over hun ervaringen. Dit maakt veel indruk. Ook geeft een psycholoog met expertise in genderdysforie extra informatie. De bijscholing wordt erg gewaardeerd en is een groot succes.

Komende zomer gaat Roze in Wit naar het KNMG-district op de Veluwe. Dat wordt mogelijk een uitdaging vanwege de religieuze context.


Het bestuur van Roze in Wit tijdens de Canal parade 2022

Zelf het voortouw nemen
Roze in Wit stelt dat er meer kennis over lhbti+ patiënten in het geneeskundecurriculum moet komen. Hoe zorgen we ervoor dat artsen dit ècht belangrijk gaan vinden? De artsengroepering is immers heel traditioneel, hiërarchisch en vaak moeilijk te doorgronden. Roze in Wit neemt daarom zelf het voortouw en heeft de werkgroep Roze in Onderwijs opgericht bestaande uit artsen en onderzoekers. Als eerste doet de werkgroep in 2021 een onderzoek onder alle bachelor- en masterstudenten geneeskunde in Nederland. In grote lijnen zijn de uitkomsten dat de geneeskundestudenten lhbti+ gerelateerde onderwerpen belangrijk vinden en dat er op dit moment te weinig gericht onderwijs over lhbti+ gezondheid(sproblemen) gegeven wordt.

Met deze bevindingen gaat Roze in Wit nu op tournee langs de opleidingsdirecteuren van de acht universiteiten in Nederland.

Unconscious bias
De werkgroep Roze in Onderwijs pleit voor minder stigmatiserende en meer normaliserende casuïstiek over lhbti+ patiënten. Hiervoor is kennis nodig van de verschillende genderdiversiteiten: sekse, seksuele oriëntatie en gender. Van de medische aandachtspunten die belangrijk zijn bij de verschillende varianten. En tenslotte van het adequaat inrichten van praktijkonderwijs: ‘Hoe communiceer ik als arts sensitief?’

De uitdaging is om een goede plek in het - al overvolle - curriculum te verwerven. Het is een onderwerp dat valt onder de vakken seksuologie, gynaecologie en maatschappijleer.

De Universiteit Utrecht is overigens al goed bezig met een commissie Diversiteit, waarin alle geledingen zijn vertegenwoordigd: directie, docenten, studenten en HR. De commissie kijkt bijvoorbeeld naar de casuïstiek die in de opleidingen gebruikt wordt en zorgt voor zichtbaarheid met de regenboogvlag. Uniek is dat alle werknemers verplicht de cursus ‘unconscious bias’ volgen.

De werkgroep Roze in Onderwijs gebruikt deze Utrechtse aanpak als voorbeeld en hoopt daarmee onderlinge ‘concurrentie’ tussen universiteiten op dit gebied te bevorderen.

De jongere generatie aan zet
Bestuurlijk gaat Roze in Wit een nieuwe fase in. De jongere generatie moet meer aan zet komen, vinden de oprichters. Er zijn gelukkig veel leden die graag iets willen doen. Roze in Wit wil verder professionaliseren. Het nieuwe bestuur gaat alleen de grote lijnen uitzetten.  Er komen verschillende commissies: de Gay Pride Canalparade, website & communicatie, lezingen & symposia, roze geneeskunde onderwijs.

Ik ben ineens iemand die minder waard is
Terugkijkend vindt Karin dat Roze in Wit zich de afgelopen jaren vooral organisch heeft ontwikkeld: de goede taal vinden, ervaringen met anderen uitwisselen. Een echt bottom-up proces. Over wat het voor haarzelf betekent vertelt ze: “Toen ik in de twintig was had ik met verschillende mannen een relatie. Dat was allemaal prettig. Ik had toen al lesbische vriendinnen en ik kwam ook in het COC. In die tijd dacht ik: ‘Iedereen is gewoon gelijk en mensen moeten niet zo raar doen.’ Op mijn 30e ben ik verliefd geworden op een vrouw. Toen heb ik aan den lijve ervaren wat het verschil is tussen hand in hand lopen met een vrouw of met een man. Ik werd bespuugd en uitgescholden! Dat vind ik onbegrijpelijk. Ik ben dezelfde maar voor de buitenwereld ben ik ineens iemand die minder waard is. De afgelopen 20 jaar functioneert bij mij ook de ‘onveiligheidsantenne’ voor lhbti+ onvriendelijke omgevingen.”  

Als persoon erg verrijkt.
“Als persoon voel ik me erg verrijkt. Zo past queer als begrip goed bij mij. Ik kon niet uit de voeten met ‘lesbisch’, ‘hetero’ of ‘biseksueel’.

In mijn relatie met mijn vrouw Petra is inmiddels veel gebeurd. Petra werkt met gehandicapten en zij is ook actief geworden op het roze front. Zo heeft ze samen met een cliënt de regenboogvlag gehesen en is ze met een aantal cliënten naar de Mini Milkshake geweest. Dit is een vrijdagavond activiteit in de Gay Pride week, speciaal voor mensen met een handicap. Dat wij allebei in ons werk zo actief zijn op dit gebied, voegt een extra dimensie toe aan onze relatie.”


Karin en haar vrouw Petra

Magisch moment.
Recent vond er een Europees congres voor palliatieve zorg, de EAPC, plaats. Karin kon er niet bij zijn, maar haar roze collega’s wel. Tijdens dit congres werd een commissie voor lhbti+ vriendelijke palliatieve zorg gevormd met vertegenwoordigers uit elk land. “Toen is mijn naam genoemd als vertegenwoordiger van Nederland! Mijn twee passies: palliatieve zorg en het verbeteren van de lhbti+ zichtbaarheid en -veiligheid in de zorg komen samen. Dat was een magisch moment voor mij! Het bevestigt mijn geloof in ‘de olievlek’ en in ‘inspiratie bieden’.”