Zaterdag 26 maart 2022 en wederom een zonovergoten dag met temperaturen boven de 15 graden. Vol verwachting verzamelden negen wandelaars van het Stadsdorp zich op Amsterdam Centraal om de trein naar Haarlem te nemen.



Hadden wij bij de vorige wandeling naar Naarden al gesproken over de ontmanteling van talrijke vestingwerken aan het eind van de negentiende eeuw en de aanleg van mooie stadsparken op de zo vrijgekomen terreinen, nu waren we in de gelegenheid op de Haarlemse Bolwerken in Engelse landschapsstijl het resultaat daarvan te zien. Het ontwerp is van Jan David Zocher, die wij als Amsterdammers natuurlijk ook kennen van het Vondelpark, waar hij samen met zijn zoon Louis Paul mede de hand in heeft gehad.

Via het Kenaupark kwamen we bij de Garenkokerskade, met zijn qua geur niet al te frisse voorgeschiedenis, maar nu keken we vooral naar het complex woningen dat in 1920 is gebouwd. Opdrachtgever was de Haarlemse Woningstichting Vooruitgang, die door architect Guus Sevenhuijsen een twintigtal huizen liet bouwen voor Haarlemse gemeentearbeiders. Terecht merkte een oplettende wandelaar op dat Sevenhuijsen goed had gekeken naar de ideeën van de Amsterdamse School.

Na een uur bereikten we café Het Wapen van Kennemerland, ooit in de volksmond ‘de stinkende emmer’ geheten omdat Katwijkse vissersvrouwen er op de terugweg van de Haarlemse markt naar huis wel eens aanlegden. Nu konden wij er heerlijk op het terras zitten, in de zon, alsof de zomer al was aangebroken.



Het is dan nog maar een klein stukje lopen naar landgoed Elswout, met zijn vele stinsenplanten en de in volle glorie te bezichtigen mosheuvels.



Dat gaf ons de gelegenheid stil te staan bij het onderscheid tussen mossen en korstmossen en erop te wijzen dat Elswout sinds enkele decennia bekendstaat als een ‘lichenologische hotspot’ met wel 175 soorten, soms met poëtische namen als het open speldenkussentje, de beukenknikker en het kalkschriftmos. Van de mosheuvels, al zo’n twee eeuwen oud, wordt nog verhaald dat Zandvoortse vissers, die in de winter niet uit konden varen en dus geen inkomen hadden, zich ’s ochtends bij de poort van Elswout vervoegden om zich aan te bieden voor het – met de hand en op de knieën – bladvrij maken van de mosheuvels. Beloning voor een hele dag werken: twee kwartjes.

Na ons rondje over het landgoed Elswout staken we over naar Duinvliet (met beide een connectie met de familie Borski) en vandaar via Aerdenhout naar de buitenwijken van Haarlem. Door de Haarlemmer Hout, waar we even stilhielden bij de beeldengroep van Jan Bronner gewijd aan figuren uit de Camera Obscura, liepen we langs huis Welgelegen naar het Spaarne.



Waarna we via Bakenessergracht en Jansstraat het station bereikten, waar de stappentellers ons aangaven dat we 13,8 km hadden gelopen, een pittige wandeling, waarbij veel werd vergoed door de prachtige omgeving en de ruimhartig door Ellen rondgedeelde paaseitjes.