Geachte lezer(es),

Op zoek naar de geschiedenis van het Oranjecomité is gebleken dat er maar heel weinig bewaard is. Van vergaderingen werden geen notulen gemaakt. Van mevrouw Reiling ontvingen wij twee artikelen over het Oranjecomité, geschreven door haar echtgenoot, de heer K. (Karel) Reiling (1917 -1998). Deze artikelen werden gepubliceerd in de parochiebladen van H. Catharina, resp. in augustus en september 1977. Omdat de heer Reiling lid was van het comité komt de informatie dus echt uit de eerste hand!

Oktober 2007, Oranjecomité Sterksel 

 

IETS OVER HET ORANJE-COMITE

Al vele malen is er gevraagd iets over het Oranje-comité in het parochieblad te plaatsen. Daar binnenkort het 45-jarig bestaan van deze vereniging gevierd gaat worden, meenden wij dat het nu een mooie gelegenheid was om in dit blad iets over dit comité te laten horen.

Eerst dan iets over enkele personen die nu nog zitting hebben in deze vereniging. De Hr. Beenders heeft al die tijd zitting gehad in dit comité, de ondergetekende 40 jaar, de Hr. J. Loeff 30 jaren, de andere heren zijn naderhand in deze vereniging plaats gaan nemen.

Maar om er iets meer kijk op te krijgen moeten we eigenlijk 60 jaren teruggaan, toen de maatschappij “De Heerlijkheid Sterksel” hier in Sterksel de scepter zwaaide. Deze maatschappij riep de 2e Pinksterdag als kermisdag voor Sterksel uit.  In het stille Sterksel was echter nog niet veel kermisstemming te beleven. Voor de kinderen bestond de attractie uit één snoepkraam, die door één leverancier uit Heeze op ’n karretje achter zijn fiets werd vervoerd. Rond 7 uur ’s-avonds vertrok hij weer, en het toch al stille Sterksel droomde maar weer voort. Al spoedig schijnt de dinsdag erbij gevoegd te zijn. Als ik uit mijn eigen herinneringen put herinner ik mij dat er spoedig volksspelen voor volwassenen bijkwamen, zoals zaklopen, balkruien, onder een groot zeil doorkruipen enz. Voor de kinderen was er een soort tombola, met ’s-avonds prijsuitreiking vanuit het open schoolraam. Ook voor de dames werden er wedstrijden gehouden, bv. wie het langste volhield om niet te lachen. Het viel niet mee, want ondertussen deden bepaalde mannen alle mogelijke moeite, ieder op zijn geëigende manier, om de bloem van Sterksel aan het lachen te krijgen. Toch werd het altijd maar gewonnen door de tegenwoordige oudste inwoonster. Dit alles werd ieder jaar georganiseerd door enige personen onder leiding van de Hr. A. Schilleman. En als Franske Hikspoors een goede kermis had gehad, nodigde hij de heren daags daarna uit op een etentje. Wat op tafel kwam is mij niet bekend, maar wel dat er om half 11 eigenlijk sluiting was. Maar Franske vermurwde met enkele glaasjes (in de keuken) wel het hart van veldwachter Pietje Ieven, en dan mocht de klok wel wat klater gaan wijzen.

Met het verdwijnen van de Heerlijkheid kwamen er veel mensen uit andere provincies op Sterksel, o.a. ook veel Limburgers, die een ander soort kermisvieren gewend waren. Het gevolg was dat er een kermiscomité ontstond, dat later zou uitgroeien tot een Oranje-comité. De eerste jaren behield de kermis nog enigszins zijn oude stijl. Er kwam o.a. ringsteken te paard bij, en per “sjees” ook al. Omdar Sterksel toen inwoners had uit wel 9 provincies, zag men zowel prachtige rijpaarden als echte boerenknollen, prachtige “sjeesjes” als half-kapotte karren.

Langzaam kwam de draaimolen, de schommel, hetgeen voor die tijd al geweldige attracties waren. Het “staangeld” (zo ongeveer f 35,--) werd zuinig bewaard voor het Sinterklaasfeest dat ook tot de werkzaamheden van het comité was gaan behoren. Voor dat doel werd ook wel een rondgang gehouden, maar de opbrengst daarvan was maar bedroevend weinig. Maar het feest werd gevierd. Leuke herinneringen spelen door mijn hoofd. De ouderen onder ons, toen nog schooljeugd, zullen zich bv. nog wel herinneren dat die ene grote brede Sinterklaas uit zijn rijtuig stapte, helaas langs het afstapje, en in zijn volle lengte voorover smakte in de ruim aanwezige modderpoel. Hij wist zijn waardigheid te behouden, en liet zich plechtig door enkele volwassenen weer omhoog tillen, en de plechtigheid met modder op habijt en mantel ging door.

Onze cafébaas Franske Hikspoors was dik tevreden met de verdienste van bier à één dubbelje op de kermis, want de eerste keer dat ik op bovengenoemd eten aanwezig mocht zijn, werden we onthaald op konijn met brood, en zijn echtgenote Hanneke had er veel werk van gemaakt en het was een zeer geslaagde avond geworden.

Tijdens de kermis bleven de volksspelen gehandhaafd tot aan oorlogstijd. We herinneren ons nog dat in de meidagen van 1940 alles was geregeld, de kermis opgebouwd werd , maar toch alles weer in duigen viel. Dus dan maar wachten tot meer vredelievende dagen. In die 4 tussenjaren werd wel op een of andere manier Sinterklaasfeest georganiseerd voor de kinderen. Na de oorlog werd weer opnieuw fors aangepakt. We konden weer aan een schommel en draaimolen komen  (sommigen onder u denken nog wel aan de “hobbelende geit”) een en ander dan wel zelf te halen in Helmond. Aangezien we toen over geen enkele manier van motorvervoer konden beschikken, moesten enige mensen van Sterksel zelf er op uit om dit alles te gaan halen. De Hr. Te Boekhorst, de man die zich er het meest voor uitsloofde, brak onderweg zelfs zijn been, zodat hij de kermisdagen in het ziekenhuis moest doorbrengen. Een beetje troost konden we hem bezorgen in de vorm van bloemen en fruitmand, maar hij zal het gemis van een gezellige kermis zeker gevoeld hebben. Zo ziet u dat iedereen voor zijn eigen dorp iets wilde doen.

Geachte lezers, er is zoveel te vertellen dat we er een vervolg op moeten maken, hetgeen ik gaarne in het volgende parochieblad wil aanbieden.

Karel Reiling    

HET ORANJE-COMITÉ (deel 2)

 

In ons eerste overzicht waren we gekomen tot de tijd na de oorlog. Daar al het oude langzaamaan verween, wilden wij ook aan het nieuwe, wat meer democratische gaan meedoen.

Daarom werd er een vergadering opgeroepen, bedoeld voor alle inwoners van Sterksel. Behalve het toen zittende bestuur verschenen maar 8 inwoners op de vergadering. Deze 8 personen weigerden echter allen om als bestuurslid op te treden: er was nl. wat onenigheid. Het bestaande bestuur ging dus door, zij deden hun best.

Als er eens een bestuurslid ophield, zocht men een geschikte kandidaat uit bv. de middenstand (want die waren niet karig), of onderwijzers (i.v.m. de kinderen) of een andere goede kracht die zich voor diverse verenigingen wilde inzetten.

Zo is het dan gebleven, en we moeten zeggen: met zeer veel medewerking van alle inwoners, en natuurlijk ook wel eens wat kritiek.

De volgende jaren werd er telkens op 5 mei een optocht georganiseerd, waar heel wat werk voor werd gedaan. Omdat echter de omliggende dorpen ook iets dergelijks deden, ontbrak het in Sterksel aan de nodige toeschouwers, hetgeen tot gevolg had dat deze activiteit op den duur stopgezet moest worden.

Maar de kermissen bleven een van de jaarlijkse hoogtepunten van ons dorpsleven, ja… maar de danslust begon ook te ontwaken. Voor de oorlog werd dit nog niet zo graag toegestaan. Zo herinneren wij ons bv. dat het ergens stilletjes op ’n koestal georganiseerd werd. Maar dat gaf later toch wat moeilijkheden, die echter o.a. door wijze adviezen van de voorzitter later verdwenen; hij wist te bewerken dat een en ander zó geregeld werd dat de meningsverschillen wat luwden. Het volgende jaar huurde men een danstent, alhoewel niet alle bestuursleden het er mee eens waren. Maar ook nu kwam er weer protest tegen dit gebeuren. Resultaat: 5 bestuursleden bedankten, 4 leden zetten het werk voort. Met twee dagen een volle tent stroomden er aardig wat penningen binnen, welkom voor de magere kas. In het vervolg werden er geen weerstanden, wat de danstent betrof, ondervonden.

Het zoeken voor een geschikte danstent was toen niet zo’n eenvoudige zaak.  Eens was nl. heel de kermis al opgebouwd, behalve de danstent …. die liet het op het laatste moment afweten. Men vertelde ons dat er in Hoogeloon nog een stond. Dus wij er op af. Er was echter niets te zien. Begrijpelijk, want in Hoogeloon stuurde men ons naar Overloon. Kwestie van verkeerd verstane klanken. Maar ondertussen was het 10 uur in de avond geworden. Nelis Boerenkamp was onze vertrouwde chauffeur. Hij wilde zich ook al haasten i.v.m. een vlotte organisatie van de kermis. Dat kostte wel een haasje het leven. Ik had ondanks alles toch wel idee in een mals hazeboutje, sprong haastig de wagen uit, maar … de haas was niet te vinden, wel twee grote gaten in mijn broek waaruit de knieën tevoorschijn kwamen. Maar …. de danstent ging op tijd open.

Ook Koninginnedag werd  steeds georganiseerd. Soms met succes, soms wat minder wegens gebrek aan belangstelling. We huurden weer eens een danstent, maar ons geld was praktisch op, dus werd het er een met een klein vloertje, en een hoestend orgeltje van mindere kwaliteit. Maar het feest slaagde, men danste op het vloertje, en soms in het zand.

Ook organiseerden we wel bepaalde spelen, die soms wel, soms niet goed van de grond kwamen. Voor het St.-Nicolaasfeest heeft altijd een geweldige belangstelling bestaan. Met gulle medewerking van geheel de bevolking hebben we daar altijd iets leuks en toch indrukwekkends van kunnen maken. Denkt u maar aan de zweefvluchten, aan de roet-zwarte-wolken-blazende stoomboot in ons kanaaltje.

Mogen wij tot slot van dit artikel bij U nog het grote feest van ons 45-jarig bestaan in herinnering brengen. Zelden hadden wij een feest dat zó geslaagd is.

Geachte lezers, met deze artikelen heb ik u een beetje dropsgeschiedenis willen brengen. Het was maar een greep uit het vele dat gebeurd is. Naar ik hoop hebt U het met aandacht en met een milde glimlach gelezen.

Karel Reiling.