Huizen spelen wel vaker een prominente rol in films, maar dan gaat het meestal om een horrorlocatie. In ‘The Last Black Man in San Francisco’ is het anders: het gaat niet om een spookhuis maar een sprookjeshuis.

Jimmie Fails is verliefd op het huis uit zijn jeugd. Het is een schitterend Victoriaans pand in San Francisco dat op een dag leeg komt te staan en waar Jimmie samen met zijn beste vriend Mont stiekem intrekt. De krakende parketvloeren, de glas-in-loodramen, het ingebouwde orgel in de vestibule: Jimmie kan zijn geluk niet op.

Het bijzondere aan de film is dat regisseur Joe Talbot zelf opgroeide in San Francisco, samen met hoofdrolspeler Jimmie Fails, die min of meer zichzelf speelt. Dat voel je meteen aan de manier waarop de stad in beeld wordt gebracht: liefdevol, met gevoel voor de heuvels en de ochtendmist, maar ook met een scherp oog voor de veranderingen die de stad heeft ondergaan.

Een mekka voor toeristen en makelaars
San Francisco is, zoals zoveel wereldsteden, ten prooi gevallen aan gentrificatie. Van een hippieparadijs in de sixties is het veranderd in een mekka voor toeristen en makelaars. Toevallig is het niet dat de slechterik in het verhaal een vastgoedagent is. Het huis van Monts grootvader (een mooie bijrol van Danny Glover) kijkt uit over een vervuilde baai.

Jimmie Fails, die in de film debuteert als acteur, woonde tot zijn zesde zelf in zo’n Victoriaans droomhuis. Hij woonde er tot zijn familie eruit werd gegooid. Zoals zoveel Afro-Amerikaanse buurtbewoners werden ze van het kleurrijke centrum verdreven naar de buitenwijken. Ooit waren zwarte Amerikanen uit het zuiden naar de westkust gekomen, om te werken op de scheepswerven. Toen de boel werd opgedoekt, verloren velen hun baan, en hun huis.

De harde realiteit voor zwarte Amerikanen
Via Jimmie’s pelgrimage naar het oude huis vertelt de film over de geschiedenis van zwarte Amerikanen in San Francisco, maar ook hoe dat gevoel van verlies nog steeds aanwezig is. Het gaat om een verlangen naar een huis, een thuis, een warme, veilige plek. Via de droom over het huis stelt de film vragen over de harde realiteit, waarin het voor zwarte Amerikanen uit de arbeidersklasse onmogelijk is om ooit nog in zo’n huis, in zo’n buurt, te wonen.

Jimmie werkt als verpleger, Mont is een visverkoper en aspirant toneelschrijver. In een prachtige, lyrische scène glijden ze samen op Jimmie’s skateboard door de stad. Het is een film met een heel eigen cadans die soms tegen een muzikale performance aanschuurt. De reis van de vrienden door de stad voelt als een odyssee-achtige expeditie, waarbij een groep hangjongeren de rol vervult van een Grieks koor. Het is een knap debuut dat op originele wijze een nieuwe bladzijde toevoegt aan het verhaal van zwarte Amerikanen. Opgepikt door de filmproductiemaatschappij van Brad Pitt maakt Jimmie’s relaas nu een reis over de wereld.