Lof alom voor Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer. ‘Naar ‘t leven geschreven, geestig, geweldig plot; prachtig naar het einde toe, ‘leuk dat museum van Dubai’ vindt iemand, en een ander zegt ‘caleidoscopisch, vol geheimzinnige vertellingen, de verhaallijn blijft intrigeren en dan de lange zinnen, mooi en rustig, wat een rijke taal’. Zo rijk dat door onbekendheid met sommige woorden, de betekenis op iPad moest worden opgezocht. De loftuitingen gaan maar door. Een vol boek met mooie liefdesscenes en mochten de vele neventhema’s afleiden, duidelijk loopt toerisme als rode draad door de roman, daarover was iedereen het eens.

De opbouw is zo goed. En gezegend met cliffhangers zoals bij de oplopende zenuwachtigheid van ik-hoofdpersonage Leonard Pfeiffer over een mogelijke #MeToo beschuldiging van het opdringerige jonge meisje. IJzingwekkende spanning die plotseling inzakt, om plaats te maken voor ongeloof in het vluchtverhaal van piccolo Abdul, achteraf duidelijk ontleend aan het Romeinse epos Aeneas van Vergilius. De classicus in de schrijver, ook merkbaar in de naam Clio voor Leonard’s verloren liefde, wordt bewonderd, de lof houdt niet op tot een laconieke stem zegt ‘maar dit weet iedere gymnasiast’.

Ai, hebben we een dissident in de kring? Iemand die de dialogen gekunsteld vindt, voor wie het geschrijf over toerisme niets nieuws oplevert en zegt ‘dat lees je in de krant’. Iemand die de titel mooier vindt dan de inhoud, vol van clichés. Die meer had willen lezen over de betreurde Europese cultuur en haar schoonheid, aangetast door het beschreven toerismegeweld. Verbaasd luistert de kring naar de kleine kritische stem, die echter effectief wordt gesmoord met de vraag ‘waarom schrijf je zelf geen boek?’. Tja, doe maar even. Welnu, misschien is een stukje over onze bespreking Grand Hotel Europa ook goed. Over de uitwisseling van uiteenlopende waarnemingen die mogelijk onze gedachtewerelden verwijdt, de geest scherpt en wellicht leidt tot herziening van de blik op het besproken boek….