Al een aantal jaren is Joop penningmeester van StadsdorpBuurt7. Hij is actief in Leeskring IV, de muziekgroep en de zanggroep.

We zitten in de goudgele salon in het achterhuis aan de tuin. Vanuit de verte klinken kinderstemmen, het zijn de kleintjes van de Burghtschool die iets verderop buiten aan het spelen zijn. Door de glas-in-loodramen schijnt de zon in de kamer. Niets wijst erop dat hier aan de Keizersgracht voorheen een klein hotel was. Joop en zijn vrouw Angeline kwamen in 1987 naar Amsterdam en konden toen voor relatief weinig geld dit pand kopen. Ze troffen veel hokkerige kamertjes aan, het kostte veel moeite om er weer een prettige woning van te maken.


Joops wortels liggen in Nijmegen, bij het Kronenburgpark. Hij ging op school bij de jezuïeten van het Canisius College. Later ging hij studeren in Utrecht. Hij kwam in de jaren zeventig en tachtig al regelmatig naar Amsterdam, nieuwsgierig naar al het nieuws dat bijvoorbeeld het Stedelijk Museum te bieden had.
Hij heeft altijd als psycholoog gewerkt bij verschillende instellingen zoals het Riagg in Amsterdam-Oost, maar ook in Heiloo, Rotterdam en Groningen. Hij oefende zijn vak uit vanuit een grote maatschappelijke betrokkenheid. Het ging hem niet alleen om het oplappen van kwetsbare mensen maar hij betrok altijd de woon- en werkomgeving van de mensen daarbij. Hij was een van de eersten die begon met het opzetten van mannenpraatgroepen. Zijn leidraad was ‘de verbeelding aan de macht’, niet de protocollen.

Tegen het eind van zijn loopbaan nekten bezuinigen veel van wat hij wilde; lang niet altijd kon Joop zijn plannen verwezenlijken. Rond zijn zestigste kreeg hij de mogelijkheid om vervroegd met pensioen te gaan. Een nieuwe periode brak aan. Het werd geen tijd van stilzitten. Nog steeds vervult hij verschillende bestuurstaken en werkt hij als adviseur. Wel was er meer tijd voor zijn grote passie voor muziek.
Als kind kreeg hij als enige geen pianoles, zijn oudere zussen allemaal wel. Als jonge student luisterde hij op zijn zolderkamertje naar zowel Bach als Monk. Veel te laat begon hij aan de saxofoon. Een heerlijk instrument maar hoewel hij dagelijks oefent, zal zijn spel nooit de soepelheid laten horen die musici bereiken die jong zijn begonnen. Joop geniet van het samen muziek maken. Het gaat er heel gedisciplineerd aan toe. Het heet geïmproviseerde muziek maar je moet je aan heel veel onderlinge afspraken houden, elkaar in de gaten houden, afstemmen, regelen.  

Een andere passie is het fietsen van grote afstanden. Het begon met een fietstocht naar Rome, samen met Angeline. En nu maken Joop en Angeline tochten van wel twee maanden door delen van Canada, door Alaska, langs de Amerikaanse kust. Vorig jaar in het midden van de VS, rond Chicago. ‘Je moet je wel goed voorbereiden en van tevoren zorgen dat je conditie goed is. We volgden een sleutelcursus bij de Vakantiefietser, de specialist op dit gebied in de Westerstraat, lekker dichtbij.’
Joop en Angeline publiceren mooie verslagen op de website https://joopenangelinenaarchicago.waarbenjij.nu/
‘Je kunt inderdaad spreken van een soort verslaving. Maar het is geweldig. Je gaat heel anders naar de omgeving kijken, je ziet ongelooflijk veel, je krijgt overal hulp en leuke reacties. Fijn om dat ook samen met Angeline te kunnen doen.’ Vorig jaar maakten ze een voettocht in Nepal met hun drie dochters.

Als hij vanuit de drukte rond het Centraal Station naar huis loopt, is het elke keer weer een geweldige beleving om de relatieve rust van dit stukje van de binnenstad te ervaren. Het is er vaak nog dorps rustig. ‘Ik ervaar een prettig evenwicht tussen aan de ene kant de anonimiteit van de stad, elkaar met rust laten, geen sociale controle en aan de andere kant een zekere betrokkenheid. Er zijn buren die ik al vijftien jaar van gezicht ken maar nog nooit hebt gesproken, een knikje volstaat. Met anderen is er gelukkig een veel hechter contact.’
Door zijn betrokkenheid bij het Stadsdorp heeft hij inmiddels veel meer buurtgenoten leren kennen. ‘Het is goed te zien dat er ook hier weer jonge gezinnen met kinderen zijn komen wonen. Natuurlijk, de buurt verandert, Ook Joop ziet dat het drukker wordt, maar hij beklaagt zich niet. Er wonen steeds meer expats die vooral elkaar opzoeken. ‘Ik betreur het dat culturele broedplaatsen verdwijnen en plaats moeten maken voor dure appartementen. Ouderen die kleiner willen gaan wonen zouden in de buurt moet kunnen blijven. Daar zou de gemeente iets aan moeten doen.’  

Het Stadsdorp is er vooral om bewoners mogelijkheden te geven om meer met elkaar in contact te komen. Dat lukt heel aardig. Ik kom nu veel meer mensen tegen die ik ken. We kunnen nog wel wat mensen gebruiken die zich willen inzetten voor de buurt. Vooral mannen zou ik willen oproepen om actief te worden. Laat wat van je horen!’

Tekst en portretfoto: Wilco Kalbfleisch